Willem is 39 als de Spanjaarden van december 1572 tot juli 1573 Haarlem omsingelen omdat de stad zich tegen de Spaanse overheerser keert. Hij houdt een dagboek bij en doet verslag van het beleg en wat daarna gebeurt.

Enkele citaten uit zijn dagboek:

‘Bij juffrouw Maria van Schoten werden beide benen afgeschoten en ze stierf.’

‘Bij de jongeman Gerrit van Schagen, die van de wacht kwam, werd het hoofd afgeschoten. Ook verloor een man, Kornelisz Jacobsz, zijn beide benen, en het was treurig om te zien.’

‘Bij een vrouw, Kornelisje Koltermans, vloog, terwijl ze van de zoldertrap kwam, een grote ijzeren kogel tussen haar benen door. Haar kleren waren stuk maar zij bleef ongedeerd.’

‘Gegeten bij Clement Cornelisz in het Gulden Vlies: een hond van 13 of 14 jaar, half blind en kreupel, en hij smaakte goed.’

‘Twee mannen hebben elkaar doodgestoken om een moutkoek.’

‘Er zijn burgers van Haarlem die voor een muis een cent betalen en voor een rat een halve stuiver.’ 

‘De burgers en soldaten, niemand uitgezonderd, rijk noch arm, jong of oud zijn voortdurend bezig met de wallen en muren te versterken en verhogen, zonder ophouden dag en nacht.

Tijdens de zeven maanden van het beleg schieten de Spanjaarden 10.402 kanonskogels af. Dat zijn er zo’n vijftig per dag. Toch lukt het ze niet om de stad binnen te komen. Uiteindelijk geeft Haarlem zich over.

 

Lees meer