Cornelis Maarschalk

1870 -1954

Als oudste uit een Amsterdams koopmansgezin wordt Cornelis opgeleid voor de handel. 

 

Als hij in 1895 trouwt, is hij makelaar en als lid van de CHU (Christelijk-Historische Unie) klimt hij in 1909 op tot burgemeester van Koog aan de Zaan en in 1919 van Haarlem. Hij heeft zijn handen vol aan de annexaties van o.a. Schoten in 1927 en de economische crisis. Hij toont zich een bekwaam en ijverig bestuurder met joviale omgangsvormen. Eigenlijk té joviaal tegenover vrouwen, die hij lastig valt in de werksfeer én op straat, en zijn bordeelbezoek is algemeen bekend. Een andere rode draad die zijn reputatie doorkruist, is die van verkeersongevallen.   

Wanneer hij in 1928 villa Craeyenburgh aan de Crayenesterlaan laat bouwen, bedingt hij dat er voor de deur aan het Spaarne een plantsoentje komt waar hij omheen kan rijden om steken en keren te vermijden. Het plantsoen is er nog steeds!  

Nadat hij in 1934 in de Mariastichting is beland als hij op de Dreef is aangereden, rijdt hij in 1935 als automobilist een motorrijder dood bij de Liebrug; zelf blijft hij ongedeerd. Dit levert hem een veroordeling op voor dood door schuld omdat hij volgens getuigen niet genoeg rechts hield en hard reed. Een nog dramatischer ongeval gebeurt twee weken na zijn aftreden in 1937, waarbij door zijn roekeloze rijgedrag zijn chauffeur (die hij had afgelost) en zijn echtgenote omkomen bij Wesel. De auto is volkomen vermorzeld en de wielen zijn eraf gerukt. Hierbij raakt hij ernstig gewond en geestelijk aangeslagen. Hij trekt zich terug uit de openbaarheid doch wordt 83 jaar, met helder verstand en zonder (wettig) nageslacht. Tot voor kort herinnerde de bronzen bank aan de Dreef bij de Hertenkamp ons aan zijn ambtsjubileum in 1934 maar zijn bestuurlijke kwaliteiten ten spijt zat een straatnaam er niet in. 

Share This